De laatste toevoeging aan het museum, een donatie van Privat, is een “Comptator”-uitbreidingsmachine.
De Comptator is een van de weinige direct-calculerende rekenmachines die commercieel succesvol is. Bij de directe rekenmachines wordt de voor de berekening benodigde fysieke energie verkregen uit de kracht waarmee de invoerwaarden worden ingesteld. Daarom zijn hun prestaties zeer beperkt. Andere voorbeelden van directe rekenmachines zijn de Schickardmachine en de Comptometer. Bij indirecte rekenmachines worden de getallen ingesteld en wordt de aandrijfkracht van een slinger, hendel of motor gebruikt voor de berekening.
De Comptator werd van 1909 tot 1922 geproduceerd door de firma Schubert und Salzer in Chemnitz en vanaf 1922 door de firma Hans Sabielny in Dresden. Het nieuwe exemplaar in het museum is van rond 1930.